Patrick Chatelion Counet

In Volzin las ik over het nieuwe boek van Patrick Chatelion Counet: Het absurde universum. Hoe de wetenschap stukloopt op de ongrijpbare werkelijkheid. Toen ik het opnieuw wilde lezen, was het grotendeels achter de betaalmuur verdwenen. Greco Idema in Volzin: In zijn nieuwe boek Het absurde universum gaat Patrick Chatelion Counet na hoe de wetenschap, net als de theologie, vastloopt in een poging de ongrijpbare werkelijkheid (van het universum) te doorgronden. “Zuivere of absolute kennis is niet mogelijk. Weten en waarheid zijn principieel onbereikbaar.” Idema noemde in dit verband Immanuel Kant niet, maar wel Albert Einstein. De recensie van Paul Delfgaauw kan ik wel volledig lezen.

Eigenlijk illustreert Chatelion Counet dat er weinig verschil zit tussen zijn atheïstisch en mijn christelijk wereldbeeld: Het universum kán niet. Hetzelfde geldt voor God. Hij is hooguit de verdubbeling van het probleem: of hij is uit het niets voorgekomen of hij bestaat van eeuwigheid – beiden kunnen niet, dus God kan niet. Toch is er nog hoop voor God, want als iets wat onmogelijk is, toch bestaat – het universum -, waarom God dan niet? En: Mutatis mutandis: het universum is wat niet groter gedacht kan worden. En als reactie op parallelle universa: Maar dan nog lachen we met de theoloog uit Canterbury al deze universa in hun gezicht uit omdat ze binnen het ene totaal vallen dat we anselmiaans-atheïstisch universum noemen of anselmiaans-nostalgische God!

Ook al wordt Kant niet genoemd, in een Uexkülliaans universum bevindt Chatelion Counet zich wel: We creëren werkelijkheid in semiotische zin. Wij zijn een zin- en betekenisgevend wezen (homo semioticus). Achter onze betekenisgevende theorieën, beelden, voorstellingen, verschuilt zich iets wat we nooit zullen kennen (ignorabimus). Wij géven de werkelijkheid betekenis (religieus, wetenschappelijk). Het is een misverstand te denken dat de werkelijkheid betekenis bezit of hééft, en dat we die ontdekken. Zonder ons heeft niets betekenis – en omgekeerd: op zichzelf bestaat er geen betekenis.

Het artikel in Volzin was wat uitgebreider, ook over de oerknal. Chatelion Counet: Ontstaan en oorsprong van de rest van het heelal vormt evenwel geen probleem. De oerknal kan ook buiten de wetenschap op brede consensus rekenen. Hoe groot deze consensus ook is, bewijs voor de oerknal is er niet. Het is een geloof. Zelf heb ik ook mijn twijfels bij de oerknal als feit. Wanneer je spoorrails tekent die naar de horizon steeds dichter bij elkaar komen, komen ze uit eindelijk bij elkaar in een verdwijnpunt. Je zou kunnen zeggen dat dit verdwijnpunt reëel is (want op een gegeven moment zijn de rails voor het oog niet meer van elkaar te onderscheiden; anderzijds komen spoorrails nooit bij elkaar). Anders is dit voor de lijnen van de muur van een vrijstaand huis die richting de horizon naar elkaar toegaan. Deze lijnen stoppen waar de muur ophoudt, maar kunnen denkbeeldig worden doorgetrokken en komen dan bij elkaar in een verdwijnpunt. Dit verdwijnpunt is geen reëel punt en slechts een hulpmiddel bij het tekenen. Net als verdwijnpunten is ook de oerknal een extrapolatie van zaken die op zichzelf genomen reëel kunnen worden beschouwd als het aanzicht van een huis.

<< bridging design & ancestry | Ad Verbrugge – Immanuel Kant >>

2 reacties

  1. […] << Patrick Chatelion Counet | John Lennox >> […]

  2. […] << radicaal constructivisme | Patrick Chatelion Counet >> […]

Plaats een reactie