moddersporen

Een keer heb ik wadgelopen vanaf Noordpolderzijl. Voor wadlopen worden basketbalgympen aangeraden, die de enkels omsluiten. Je wil je schoenen – die je voetzolen beschermen tegen schelpen – niet verliezen. Er was inderdaad vanaf de kwelder een strook waarin je tot over je enkels in het slib wegzakte. Maar al snel werd de bodem weer hard. Het schijnt aan de Friese kant een stuk moeizamer te zijn. 

Voor rijping van een meter bagger in een depot moet je een jaar rekenen. Ik las vorige week over een artikel van Scott Dunn. Dunn heeft zitten rekenen aan klei in de geologische kolom: The paper demonstrates that when basic soil mechanics theory is applied to the consolidation of thick clay layers of the order of 1,000 m such as those found in the North Sea, Gulf of Mexico, and the Caspian Sea, the timescales predicted for compaction are orders of magnitude greater than is currently assumed. Additionally, it is shown that there is a physical limit to the rate at which sediment can accumulate without creating excessive pore pressure and inducing geotechnical failures. For clay, this limit is approximately 0.1 m/yr, and, for silt, approximately 10 m/yr.

Christian Ryan schreef een commentaar op het artikel van Dunn. Hij bevestigt wat ik eerder al dacht over de waterondoorlatendheid van deze lagen in de geologische kolom: The sediment particles making up mudrocks are so tiny that they form a nice, water-tight seal. Jan van Meerten citeert DunnThis would require that the freshly deposited sediment had sufficient strength to support the weight of a large animal. Van Meerten vult aan: Volgens Dunn is het moeilijk voor te stellen hoe dinosauriërs over vers afgezet sediment moeten hebben gelopen. Dat kan alleen als het afgezet materiaal een hoog percentage zand in zich zou hebben, wat het draagvermogen ondersteunt. Ryan illustreert dit: Elephants produce an average pressure of about 250 kPa underfoot. If the elephant walks on clay, that clay must be able to support its weight. Specifically, this must be moderate-strength clay. Obviously, there were dinosaurs smaller and larger than an elephant leaving their footprints in the mud. If we understand this correctly, it necessitates that walking surfaces during the Flood had developed a degree of strength to support even large dinosaurs within a time frame of hours or days after forming. Het is maar de vraag of sporen van olifanten in klei veel voorkomen: Over the past 15 years, through our scientific study of tracks and traces, we have identified more than 350 fossil vertebrate tracksites from South Africa’s Cape south coast. Most are found in cemented sand dunes, called aeolianites, and all are from the Pleistocene Epoch.

Als ik kijk naar de voetsporen die ik achterlaat op het wad, dan zijn die goed te identificeren in het dunne laagje slib op hard zand aan de zuidzijde van de waddeneilanden. Denk ik aan de dikke sliblaag bij de vastelandskwelders, dan zakt het slib als een pudding in elkaar en zullen sporen na enige tijd lastig nog te identificeren zijn. Dunn legt een veronderstelling van me bloot: dat de duidelijke sporen van dino’s in een dunne slib- of zandlaag op harde bodem zijn afgezet. Maar wat als het onderliggende harde sediment uit klei bestaat? Ik denk dat er niets anders op zit dan een aantal casussen van dinosaurussporen nader te bestuderen. Maar nu ben ik ook wel benieuwd hoe dat zit met zand dat recent is afgezet. Vormt dat direct een harde bodem? Er bestaat ook zoiets als drijfzand. Hoe zit dat? Daar kom ik in een andere bijdrage op terug.

Bij het artikel van Ryan stond deze verbeelding, gemaakt met AI.

Bij het artikel van Ryan staan met AI gegenereerde foto’s van dino’s in de bagger. Dat roept vragen op. Zijn er fossielen van grote dieren die aantoonbaar gestikt zijn in de blubber? Ik associeer eigenlijk direct met de mammoeten in de permafrost, hoe zit dat? Iets voor een andere keer.

Dunn onderzoekt zijn onderwerp in onderwaterbodems honderden meters onder de Labradorzee: One goal of Dunn’s study was to test at what point mud deposits reached the moderate-strength necessary to support the weight of the animals who left behind the footprints and trackways we see fossilized today. Ik stel me zo voor dat de dino s honderden meters naar beneden gezonken zijn en nu over de bodem lopen om sporen te maken. Ik begrijp Dunn niet. Ook het volgende is het beschrijven van processen in een onderwaterbodem: The modern-day process of how wet mud forms into mudrock has been an extensive area of research for over 100 years. When mud particles begin their descent to the water bottom, they form tiny clusters called floccules. The floccules accumulate in a fluid-like state. Eventually, the mud deposit loses its water and develops a consistency similar to toothpaste. This stage is called “gel point.” Its composition is 90% empty space, and only 10% mud particles.

Zelf gebruikte ik het baggerdepot om na te denken over hoe de bagger, eenmaal geïsoleerd en tot rust gebracht, zijn water verliest. In de fase dat het baggerdepot wordt gevuld, heb je de suspensie die langzaam bezinkt, de grote deeltjes dichtbij de instroomopening, de fijnste deeltjes bezinken het laatst en komen het verst. Maar ik zie meer kans voor snelle bezinking in ondiep en droogvallend getij dan in een (diepe) bak water, meer kans in een omgeving die periodiek droogvalt en ontwatert met geulen dan wanneer permanent onder water. Dat er hele dikke kleipakketten zijn, zou kunnen als de sedimentatie gelijke pas houdt met het dalen van het bekken. Als de casus van Dunn aantoont dat lithificatie binnen een relatief korte tijd in een diepe bak water niet werkt, sluit dat in elk geval één van de opties uit. Voorlopig zet ik mijn kaarten op sedimentatie in een getijdecontext.

<< Gregory Retallack | wortelachtige structuren >>

2 reacties

  1. […] << moddersporen | >> […]

  2. […] << Rhynie chert | moddersporen >> […]

Plaats een reactie