apofenie

In navolging van Darwin doet het neodarwinisme ontwerp af als iets wat zo lijkt, maar wat het niet is – Apparent Design. Maar hoe komen mensen erbij dat er sprake is van ontwerp, van bouwprincipes? Shaun Doyle beschrijft een verklaring die apofenie genoemd wordt: However, evolutionists say life is a result of mindless processes, not design. So, if life is not designed, why does it fool us so readily into thinking it is? Some evolutionists try to explain why the appearance of design in biology is convincing though misleading—with a phenomenon called ‘apophenia’. Apophenia is ‘seeing meaningful connections in random phenomena’. Put simply, the idea is that the appearance of design in biology is just a trick of the way our brains work.

Het woord apophänie is geïntroduceerd door de Duitse psychiater Klaus Conrad in zijn boek over symptomen van schizofrenie (1958). Terwijl een epifanie een plotselinge bewustwording van een echte verbinding of betekenis is, is een apofenie een valse bewustwording. Een specifieke vorm van apofenie, gebaseerd op visuele perceptie, is pareidolie. Ik vind het interessant dat de link met epifanie wordt gelegd; ik ken de term met betrekking tot Godsverschijningen in de Bijbel en dit lijken mij uiterst subjectieve waarnemingen, die echter ingrijpend kunnen zijn voor het leven van de betrokkene. Een voorbeeld is de radicale ommekeer van Paulus na zijn “epileptische aanval”. Hoe wordt bepaald wat echt en wat vals is?

Het artikel van Shayla Love dat ik hier gebruik, noemt nog enkele interessante zaken die ik moet laten liggen:

  • Psychologists have found an association between apophenia and openness to experience, one of the ‘big five’ personality traits. Openness to experience reflects a general tendency to be curious about the world. Mijn gedachte is direct aan genialiteit en gekte die dichtbij elkaar liggen.
  • Seeing connections all around you can also be predictive of belief in conspiracy theories and the supernatural, a study from 2017 suggested. Onder complottheorieën schaar ik ook de gedachte dat Intelligent Design een soort van Trojaans paard is om geloof de wetenschap in te loodsen.

Miguel Maldonado schrijft ook over apofenie en bovenaan zijn bericht staat dit plaatje dat ik ook wel eens gebruikt heb om het verschillende paradigma’s te illustreren: waar de één een konijn ziet, ziet de ander een eend. Zonder verdere informatie weet niemand wat in dit geval echt of vals is. Maldonado legt een verband met Shermer en Skinner: Nevertheless, I thought it was really interesting only because it had been earlier written on by Michael Shermer who dedicated an article in the Scientific American titled Patternicity: Finding Meaningful Patterns in Meaningless Noise(2008) and even earlier by B.F. Skinner in his Science And Human Behavior(1953). Micheael Shermer coined the term patternicity to indicate the tendency of the individual to interpret/attribute meaningful patterns within the immediate environment around them(2). B.F. Skinner mentioned conditioned seeing which was the tendency to “see familiar objects more readily and easily than unfamiliar objects”(3). Skinner emphasizing of course our tendency to see discriminative stimuli; that is, seeing, more perceptibly, objects known/experienced in the past to the individual rather than unknown objects/objects that have not been experienced in the past–or an object that has not been experienced enough to leave a considerable impression in one’s awareness. Met Skinner ben je dan ook weer bij het onderzoek van gedrag, waarbij Skinner conditionering zal benadrukken en bijvoorbeeld Von Uexküll meer de patronen (Merkmale) die aan de waarneming voorafgaan zal benadrukken.

Terug naar Doyle, die over Shermer zegt: Skeptic Michael Shermer has developed specific terminology for this, such as ‘patternicity’ (that we tend to see meaningful patterns where there are none) and ‘agenticity’ (the tendency to infer invisible causes control the world).2 Shermer says that we have an ‘overactive agency detection device’ that has evolved because those of our ancestors who tended to err on the side of caution and presume agent activity in uncertain predator-prey circumstances were more likely to survive than those not so cautious (figure 1). Shermer then extrapolates this to all our beliefs about gods, spirits, conspiracies, and so forth, since we have ‘a developed cortex and a theory of mind’. He says they are all just the product of an overactive agency detection device in our heads, regularly inferring patterns and agents where no such things exist.

Shermer is een soort alwetende verteller die weet wat echt en vals is: From the start, however, there is a heady self-referential confusion in Shermer’s claims that apophenia-type misunderstandings are so broadly applicable. Apparently, Shermer knows that there are no invisible causes controlling the world, and yet scientists regularly appeal to invisible causes to explain patterns they think they observe. How can we trust our brains when we infer one set of invisible causes and not another?

Ik denk dat Doyles argumentatie op en aantal punten wel anders kan. Hij zegt dat in bepaalde gevallen wel duidelijk is dat er geen sprake is van ontwerp: For bunny shapes in clouds and footprints in igneous rocks3 (figure 2) this is not hard to demonstrate—these are clear-cut examples of purely natural phenomena. Ik denk dat de duidelijkheid er in dit geval in zit, dat iedereen het er over eens is dat … Er is geen enkele reden om aan te nemen dat er in dit geval sprake is van ontwerp. Het gaat om de redenen. Zodra heel veel mensen in de natuur zien dat je kan spreken van bouwprincipes en dergelijke, dan is er wel degelijk een reden om na te gaan denken over ontwerp.  

Doyles redenering loopt hier via natuurlijke oorzaken: de patronen in stollingsgesteenten zijn een natuurlijk verschijnsel omdat we processen kennen die oorzaak zijn voor deze gesteenten. Een agent zou dan uitgesloten zijn. Doyle: Unlike these examples, however, providing a plausible naturalistic account for the origin of the first free-living cellular life has proven practically impossible.4 As such, it is anything but clear that cellular life is a clear-cut example of a purely natural phenomenon. Dus de afwezigheid van een naturalistische verklaring schept de ruimte voor een agent. Als ik het heb over redenen, dan zou ik kunnen zeggen dat we het over het algemeen eens zijn dat er in stollingsgesteenten geen sprake is van ontwerp, maar dat er bij de levende cel met nadruk de vraag ligt hoe deze uit levenloze natuur kan ontstaan; met nadruk omdat het een algemene gedachte is dat dit ooit gebeurd zou zijn en eigenlijk niet is in te zien hoe dit zonder (intelligente) hulp is gebeurd, ook al heeft men daar allerlei gedachten over geuit.

Doyle maakt de connectie met menselijk design expliciet: Citing agenticity against biological design assumes that we just rely on our intuition and/or an inchoate analogy to man-made objects in inferring design in biology. Maar dat het leven zelf ook allerlei ontwerpkenmerken vertoont, los van dat er sprake is van een fenomeen dat uit blinde processen niet verklaarbaar is, mis ik in zijn argumentatie.

Doyle komt vervolgens met een theologisch  argument, waar volgens mij zou volstaan dat Shermer niet weet wat echt en vals is in verband met religie: Shermer is right that an increasing body of literature is showing that humans, and especially children, are strongly predisposed to viewing the world in teleological and religious categories.11 Indeed, if God designed our cognitive faculties to intuitively see the hand of a transcendent designer in nature, then a predisposition to recognize agency makes sense.

Zodra we het patroon van ontwerp dat we in de biologie kunnen herkennen (apofenie of epifanie?) tot leidraad maken van ons handelen, bijvoorbeeld door te willen bepalen wat de bouwprincipes van het leven zijn, dan zetten we patroonherkenning op een positieve manier in om tot wetenschappelijke vooruitgang te komen. Toetsbaarheid is essentieel (ook al is niet alles toetsbaar), zowel in de wetenschap, als in geloof (zoekt en gij zult vinden, beproeft alles en behoudt het goede).

<< De Jong (9) design | quoting out of context >>

2 reacties

  1. […] << apofenie | Hoyle & Wickramasinghe (1) appels stelen >> […]

  2. […] << methodologisch naturalisme (4) | apofenie >> […]

Plaats een reactie