het Australaziatische tektietenstrooiveld (1)

Ook Kristan-Tollmann & Tollmann (1993) hebben enkele interessante dateringskwesties in het Kwartair. Eén van de kwesties betreft het Australaziatische tektietenstrooiveld. De auteurs schrijven: Het imposantste en meest uitgestrekte tektietenveld is het Australaziatische veld, dat een enorme spanwijdte, van Zuid-China tot de zuidpunt van Australië, vertoont. […] Op grond van de ontdeking van de bijbehorende microtektieten – zeer kleine, maar analoog gevormde glazige stollingsprodukten – in bodemmonsters van de diepzee kon de enorme uitgestrektheid van het Australaziatische strooiveld in meer recente jaren pas goed worden ingezien. Het beslaat ongeveer 10% van het aardoppervlak.

(bron)

Op grond van de variatie heeft men diverse soorten tektieten onderscheiden, genoemd naar de gebieden waarin ze zijn gevonden, zoals javanieten, billitonieten, philippinieten, thailandieten en indochinieten. De eerste vraag is of deze variatie berust op kenmerken die samenhangen met de grootte en afstand door de lucht die ze hebben afgelegd (zie afbeelding hierboven). De tektieten zouden dan allemaal in principe dezelfde ouderdom hebben (qua materiaal in belangrijke mate overeenstemmen) en er zou sprake zijn van één strooiveld. De auteurs vinden dit een misvatting. Naast de tektieten die volgens  de K40/Ar-methode 720.000 jaar oud zijn en volgens de U238-splijtsporenmethode 700.000 jaar (beiden +/- 10.000 jaar) is er ook een ouderdom van 830.000 jaar met de 40Ar/39Ar-methode vastgesteld (als deze leeftijd met dezelfde methoden was vastgesteld, had ik dit overtuigender gevonden). Verder is de ouderdom van australieten gemeten die op basis van hun hoge natriumgehalte ook chemisch afweken, op drie tot vier miljoen jaar.

Daarnaast zijn ouderdommen voorgesteld op basis van de ouderdom van de sedimentlaag waarin ze gevonden zijn. Zo werd een tektiet opgevist uit een circa  één miljoen jaar oude nanofossielsedimentlaag. Sedert 1938 (C. Fenner) maar vooral sinds het eind van de jaren vijftig werd op grond van geologische argumentatie steeds opnieuw beweerd dat er volgens hun ligging op recente sedimenten ook late, postglaciale (van na de ijstijd stammende) australieten moesten zijn, die pas enkele duizenden jaren geleden zouden zijn ontstaan. Maar dit zouden volgens de vakmensen verplaatste tektieten zijn of de uitspraak zou eenvoudigweg ongeloofwaardig zijn. Marco Langbroek schreef in 1993 een artikel dat ik lees als een reactie op Kristan-Tollmann & Tollmann. Langbroek haalt R.F. Fudali aan, die er zeker over is dat de bewuste tektieten niet in situ zijn. Langbroek legt een relatie met het wisselen van het aardmagnetisch veld: Behalve op land, wordt een laag van tektieten en microtektieten ook aangetroffen in tal van diepzee-boorkernen in dit gebied, waar ze steeds in nauwe stratigrafische associatie is met de belangrijke Brunhes-Matuyama geomagnetische ompoling rond 0.78 miljoen jaar geleden.

In 2018 gaat Cavosie uit van één tektietenstrooiveld. Waar de krater ligt, is nog steeds een raadsel. Modelling the crater size, based on tektite distribution, has resulted in estimated crater diameters ranging from ∼40 km to >100 km. Hij wordt dus groter geschat dan de Nördlinger Ries en kan groter zijn dan de Popigai-krater.

In een ander deel van het boek van de Tollmanns komt het Australaziatische tektietenstrooiveld ook ter sprake en dat is het onderwerp van het volgende bericht.

<< MacPhee (2) end of the megafauna | het Australaziatische tektietenstrooiveld (2) >>

3 reacties

  1. […] << lithic landscapes | het Australaziatische tektietenstrooiveld (1) >> […]

  2. […] Australaziatische tektietenstrooiveld (1) […]

  3. […] << het Australaziatische tektietenstrooiveld (1) | Barth (12) een uitdijend heelal >> […]

Plaats een reactie