Karinthië

Paderborn – Kassel – Fulda – Würzburg – Nürnberg – München … Dan bereiken we de Alpen met een beperkt aantal mogelijkheden om door te steken naar Karinthië en eventueel verder te gaan naar Slovenië en Kroatië. Voor het wandelen hebben we het Rother Wanderbuch Kärnten (Wecker 2015) aangeschaft, dat als ondertitel heeft: zwischen Hohen Tauern und Karawanken.  Karinthië ligt als het ware tussen deze gebieden en in dit tussengebied tref je in elk geval ook de Nockberge en het merengebied van Villach en Klagenfurt. De belangrijkste rivier is de Drau of Drava die grofweg van west naar oost door de deelstaat stroomt en uiteindelijk in de Donau zal uitkomen. Zijrivieren in Karinthië zijn onder meer de Möll die bij de Großglockner ontspringt en bij Möllbrücke in de Drau uitmondt en de Gail die bij Villach uitmondt in de Drau.

Zicht op het Großglocknermassief vanaf de Schareck-kam boven de Mölltalgletscher. De Mölltallgletscher watert via de Fragrantbach af op de Möll.

Voordat wij Karinthië ontdekten, hadden we het beeld van Oostenrijk als een regenland, niet voor mooiweerkampeerders. Maar Karinthië is warmer door de ligging aan de zuidzijde van de (centrale) Alpen. Deze zomer was het echter één en al nattigheid. Bovenin het Mölltall accepteerden we de (Schauer)regen nog als fenomeen van het bergklimaat, maar toen we ten zuiden van de Wörthersee alweer geplaagd werden door dagenlange (Dauer)regen, waren we er wel klaar mee. Midden in de nacht gingen alarmen af en later vernamen we dat er een dam op doorbreken stond. In onze nylontent stroomde het condenswater rijkelijk – bij het opbreken vond ik achterin de tent nog twee liter water die niet uit het badkuipachtige grondzeil had kunnen wegstromen. Op de eerste echt droge dag bezochten we Klagenfurt – een naam die we nu meer dan eerder het geval associeerden met huilen.  

Daar troffen we op de Neue Platz de Lindwurmbrunnen (uit 1593). Dominicus (1982) schreef daarover in Portret van Oostenrijk: een fontein met een reus, die een bespijkerde knots in de hand houdt, en een gevleugelde draak met een geopende muil en een gedraaide staart. Vroeger doolde hier een draak rond, die verhinderde dat het moeras werd drooggelegd; maar door een list vond hij de dood, toen hij door middel van een stier in een toren werd gelokt. Ook een ander fonteintje (uit 1965) vlakbij verwijst naar de zompige geschiedenis van Klagenfurt: Een gedrochtelijk ventje (Wörthersee-Manndl), met een ton naast zich waaruit water spuit, steekt de vinger waarschuwend omhoog. Een steen vermeldt, dat gierigheid indertijd de toorn van de aardmannetjes opwekte; dezen zijn toen aan het spuiten gegaan, waardoor veel land onder water liep en de Wörther See ontstond. Daarom nu geen gierigheid meer: voorbijgangers gooien een muntstuk in [het water] als offer aan de aardmannetjes.

Het merengebied rond Klagenfurt deed me wel wat denken aan het Mecklenburgische Seenplatte in Noordoost Duitsland. Een afwisseling van meren, beboste heuvels en agrarisch landschap. In de lage delen liggen elzenbroekbos en gecultiveerde varianten daarvan, o.a. blauwgraslanden – de moerassen waar ooit draken en aardmannetjes heersten. Op één van de regendagen, toen mijn sandalen toch al door en door nat waren, zompte ik door ondergelopen blauwgrasland, op zoek naar ringslangen. Het slangenvoer, moerassprinkhanen en grote spitskoppen, had de grootste moeite om in het natte gras weg te komen, maar slangen lieten zich niet zien.

Ringslang (Reptilienzoo Klagenfurt)

De heuvels zijn de plek voor allerlei attracties. In verband met de regen dachten we dat we droog zouden zitten in de Rosentaler Dampfzug, maar vanwege een overstroomd spoor reed het treintje zonder stoomlocomotief een andere kant op. De Tscheppaschlucht was gesperrt,  de Petzer bergbahnen buiten gebruik vanwege een lawine en de slagboom voor de Hemmaberg was dicht. Uiteindelijk bekeken we alles maar in vogelvlucht vanaf de uitkijktoren op de Pyramidenkogel.

<< | Karawanken >>

een reactie

  1. […] << Karinthië | >> […]

Plaats een reactie