Von Uexküll (28) op zoek naar plannen

De meeste mensen zijn zich er niet van bewust dat ze in twee werelden leven, die elkaar in veel opzichten tegenspreken. Von Uexküll doelt op de objectieve wereld (Welt) en de subjectieve wereld (Umwelt). De objectieve wereld – losgemaakt en geïsoleerd van het subject – blijft een verdund afgietsel van de subjectieve wereld. Om recht te doen aan de talloze Umwelten, kunnen we een object (Gegenstand) het beste opzoeken in verschillende Umwelten en de vele betekenissen ervan vergelijken. Zo is een eik een plek met een holte, waarin een uil wil verblijven; een plek waar zangvogels in de takken nestelen; een plek waar een vos zijn burcht maakt tussen de wortels; een jachtgebied voor een specht; een leefgebied van houtwormen en een weg voor mieren. Schließlich fragen wir uns nach dem Schicksal der Eiche in der Umwelt eines Jägers, eines schwärmerischen jungen Mädchens, und eines nüchternen Holzhändlers. Die Eiche, eine in sich geschlossene Planmäßigkeit, wird auf den zahlreichen Umweltbühnen in immer neue Pläne miteingewoben, die aufzusuchen echte Naturforschung ist.

Onze schat aan zintuiglijke ervaringen wordt eerst door de positionering in de ruimte de mogelijkheid geboden zich te ontvouwen. Dit is de räumliche Mannigfaltigkeit. Mannigfaltigkeit vertaal ik hier als niveau van verscheidenheid. Het woord heeft echter ook een wiskundige betekenis. Of Von Uexküll daarnaar verwijst, laat ik even in het ongewisse. De tweede Mannigfaltigkeit is die van de tijd: van moment tot moment bouwt de ruimte zich opnieuw op. Mit diesen beiden Mannigfaltigkeiten haben sich die bisherigen Weltanschauungen begnügt. Sie waren nur bestrebt, die im Raum und in der Zeit gebotene Mannigfaltigkeit nach möglichkeit auszunutzen, indem sie dieselben bis ins Grenzenlose steigerten. Damit glaubte man, die letzte Möglichkeit erschöpft zu haben, und übersah die Existenz einer dritten Mannigfaltigkeit, die den Rahmen des Universums noch viel weiter hinausschiebt, und ihm eine ganz neue Seite abgewinnt.

Maar nu weten we, zegt Von Uexküll, dat er niet slechts een ruimte en een tijd is, maar dat er evenveel ruimtes en tijden zijn als er subjecten zijn. Al die Umwelten bij elkaar vormen de derde Mannigfaltigkeit. Bij dit niveau hoort een nieuwe natuurfactor – het plan – het onderzoeken daarvan is de belangrijkste opgave voor de biologie. Von Uexküll staat nog maar aan het begin: noch stecken wir in den ersten Anfängen, und können keine ausreichende Beschreibung dieses Faktors geben. Wat er wel over te zeggen is, is het volgende:

Er zijn actieve plannen – werkplannen en merkplannen. De werkplannen zijn blind – ze gaan tot actie over, wanneer ze in de gelegenheid gesteld worden, onafhankelijk van het gevolg. De gelegenheid wordt hun slechts daar geboden, waar Autonomen voor handen zijn, die met behulp van impulsen het aan hun toebehorende protoplasma beheersen. Er zijn bouwplannen (Organisatoren), uitvoeringsplannen (Mechanisatoren) en handelingsplannen in de vorm van de functiekring. De merkplannen vallen in het gebied van het Psychoid. Ook het Psychoid wordt door impulsen beïnvloed, die ons als zintuiglijke tekenen bewust worden. Deze tekenen (Sinneszeichen) worden tot Merkmalen en nemen hun plek in in de functiekringen.

<< Michael Levin – regeneration | Umwelt – de jonge steenuil >>

2 reacties

  1. […] << Jacques Loeb – Tropismen | Von Uexkull (28) op zoek naar plannen >> […]

  2. […] << Von Uexküll (28) op zoek naar plannen | >> […]

Plaats een reactie