Fransen (3) gevormd uit sterrenstof

René Fransen schreef het boek Gevormd uit sterrenstof; schepping, ontwerp en evolutie (2009). Toen ik het binnenkreeg, was ik erg verbaasd: het telt meer dan 300 pagina’s! Naar eigen zeggen heeft hij het in zes weken geschreven (met gebruik van bestaand materiaal, maar toch, ik doe het hem niet na). Fransens tekst staat ingeklemd tussen de woorden van de Nederlandse Geloofsbelijdenis, namelijk dat we God kennen uit zowel de Bijbel als uit de natuur (vóór de inhoudsopgave is de tekst gegeven; in het nawoord van de uitgever wordt de tekst nog eens herhaald). Het is dit geloof dat mij met Fransen, en ook met creationisten verbindt. Het is de bottom line; met alle onaardigheden die ik kan zeggen (en die vooral wat over mijzelf zeggen), wil ik de discussie op de inhoud voeren onder de open hemel, wetend dat de Schepper het laatste woord heeft.  

Tevens staat Fransens tekst tussen het voorwoord van Cees Dekker en het nawoord van Henk Medema (uitgever) in. Dekker typeert Fransens visie zo: de ontdekkingstocht van de auteur eindigt in een kijk op de evolutietheorie die acceptabel is voor christenen die geloven in de kernpunten van een orthodox christelijk geloof: God is de Schepper, Jezus is de Zoon van God, de Bijbel is het Woord van God. Deze visie, die je zou kunnen aanduiden als ‘orthodox christelijke evolutieleer’, is ook mijn zienswijze. Fransens pleidooi voor een christelijke evolutieleer is een te weinig gehoord geluid dat het mijns inziens zeer verdient om breed beluisterd te worden. Op p. 259 gebruikt Fransen eveneens de samenstelling orthodox-christelijke evolutieleer om de uitgangspunten van zijn boek naar voren te brengen. Medema typeert Fransens visie zo: René Fransen gelooft (net als vele andere evangelicale christenen in Nederland) dat de schepping plaatsvond via een proces van evolutie. Die stellingname – ook wel theïstische evolutie genoemd – deelt hij met veel andere christenen. […] In dit boek presenteert de auteur zich in de allereerste plaats als een theïst, een gelovige in de levende en almachtige God, die echter werkt door de processen die wij als evolutionair omschrijven. God is een bewegend en bewogen God. God is juist niet de god van de deïsten, die ervan uitgaan dat Hij eens en voor altijd alles geschapen heeft, en daarna niets meer doet, of hooguit nog alleen onderhoudswerkzaamheden verricht. Ze gebruiken dus niet de samenstelling (theïstisch) evolutionisme. Om beter aan te sluiten bij hoe Fransen, Dekker en Medema zichzelf identificeren, zou ik deze samenstelling kunnen laten vallen en kunnen zeggen: hangt theïstische evolutie aan.  

Daartussen liggen tien hoofdstukken. Omdat mijn focus ligt op Intelligent Design, zal ik er selectief doorheen gaan. Wellicht dat ik later vanuit de serie Paleoweb nog een tweede keer door het boek ga. Hoofdstuk 3 luidt: de erfenis van Darwin. Al op de eerste pagina komt de ontwerpvraag ter sprake: de natuur is als een fijn afgesteld mechanisme, waarin ieder radertje zijn plek heeft en niet gemist kan worden. Hoe beter we kijken, hoe groter de onderlinge afhankelijkheid lijkt te worden. Is het dan niet logisch om achter die hele wondere natuur een ontwerper, een schepper, te zien? De gedachte dat dit allemaal zomaar is ontstaan lijkt belachelijk en gaat in tegen iedere vorm van intuïtie. Losse onderdelen worden niet zomaar een geheel. Als een wervelstorm over een autosloperij raast, zal dat nooit een complete nieuwe auto opleveren.

En toch, zegt Fransen, is dat wat de wetenschap zegt. Blinde natuurkrachten zijn verantwoordelijk voor […] Die krachten zijn beschreven door de evolutietheorie. Dan volgt er een globale beschrijving wat de evolutietheorie inhoudt. Dat is voor mij bekende stof, maar die heeft mij niet kunnen overtuigen. Ik laat dat verder rusten. Ik citeer wat ik zelf ook lang heb onderschreven: Evolutie is de beste wetenschappelijke verklaring die we hebben voor de ontwikkeling van het leven op aarde. Ik onderbouwde dat zo: er is geen alternatief (dus bij gebrek aan beter), maar belangrijk is ook dat je in de wetenschap samenwerkt met anderen en als individu heb je de theorie maar te accepteren om wetenschap werkbaar te houden. Ik accepteerde de evolutietheorie niet omdat ik die inhoudelijk overtuigend vond, maar als een afspraak binnen een wetenschapsveld. Inmiddels zal ik dat niet meer zo zeggen. Zowel binnen als buiten de wetenschap werkt deze uitspraak negatief uit voor alternatieve benaderingen zoals Intelligent Design. Wetenschap is gebaat bij inhoudelijk gesprek, niet bij censuur. Dat is trouwens ook wat Fransen zal zeggen in Hoofdstuk 5.

In Hoofdstuk 5 gaat Fransen in op Intelligent Design. Dit is een waardevol hoofdstuk en evenwichtig geschreven. De gang van zaken rond ID in de VS heeft negatief uitgewerkt. Mede door de gepolariseerde discussie over evolutie en schepping ontstaat bij sommige (evolutie)biologen de neiging om de evolutietheorie te presenteren als een theorie die alles al kan verklaren. De angst om lacunes in het begrijpen van de evolutie te erkennen, lijkt soms het open wetenschappelijk debat in de weg te staan.

Ik heb de rest van het boek diagonaal gelezen. Ik  vind er de relaxedheid en genuanceerdheid die ik van de meeste biologen gewend ben. Dat zal ik in het achterhoofd houden als ik weer op een aanhanger van de theïstische evolutie reageer. Daarnaast blijft het knap om zoveel materiaal tot één geheel samen te smeden.

<< tips voor christelijke studenten |Henk Rijkers >>

6 reacties

  1. […] << Douglas Futuyma – macroevolutie | Fransen (3) gevormd uit sterrenstof >> […]

  2. Een reden waarom ik evolutie ongeloofwaardig vind, ligt in de overweldigende complexiteit van de biochemie en celbiologie, zoals in dit ID-filmpje uiteengezet (en wat gewoon collegestof is): https://m.youtube.com/watch?time_continue=25&v=KGo9KPHkhkc&feature=emb_title

  3. […] << Fransen (3) gevormd uit sterrenstof | >> […]

  4. […] ik deze stelling, niet omdat ik overtuigd ben van de evolutietheorie, maar vanuit het oogpunt bij gebrek aan beter. Nu onderschrijf ik dit niet meer; het is een bevestiging van de status quo die ik niet zo […]

  5. […] harmoniseert – raakt deze vraag de houdbaarheid van hun levensbeschouwing. Francis Collins en René Fransen zijn representanten van theïstische evolutie. In een situatie waarin de evolutietheorie niet werd […]

  6. […] Fransen schreef zijn boek waarin hij de keuze voor de evolutietheorie al had gemaakt. Creationisme (Hoofdstuk 4) en […]

Plaats een reactie