Von Uexküll (12) het zenuwstelsel

Na het Bauplan bespreekt Von Uexküll enkele zaken van het zenuwstelsel. Het deel van de functiekring tussen de receptoren en de spieren bestaat uit het zenuwstelsel. Bij dit onderwerp verwijst Von Uexküll naar Hermann Jordan en Albrecht Bethe.

Bethe was een autoriteit op het gebied van de neurowetenschappen: Based on his widely received contributions to the ‘‘Handbuch der Normalen und Pathologischen Physiologie”, which characterized him as a leader in the German-speaking neurosciences, Bethe became instrumental in the development of a new paradigm of ‘‘neuroplasticity’’ in the human brain.  Dit is voor mij behoorlijk onbekend terrein. Maar Bethe lijkt nog niet achterhaald te zijn: Today, the paradigm of brain plasticity has emerged as a major tradition in neurohistology as well as experimental physiology, when the ‘‘structural alterations of axons and dendrites’’(Cotman and Nadler, 1978), ‘‘behavioral adaptations’’ (Rosenzweig and Bennett, 1996), and ‘‘synapse formation’’ (Martin etal., 2000) are investigated with anatomical, functional, and genetic means.

Spinneweb (bron: Freepik)

Eerst bespreekt Von Uexküll een aantal eenvoudige werkingen van het zenuwstelsel die mechanisch begrepen kunnen worden: Die dabei in Anwendung kommenden nervösen Vorrichtungen, sin duns freilich unbekannt, es liegt aber kein Grund vor, sie nicht für mechanisch vorstelbar zu halten. Ze moeten dan wel inhet Bauplan worden gevoegd, maar verder is een mechanische verklaring voldoende voor de meer eenvoudige prestaties van het dier. Anders liegen die Verhältnisse bei den komplizierten Handlungen, die zur Herstellung planvoller Gebrauchsgegenstände der Tieren führen. Ich erinnere an den Nestbau des Webervogels, an die Herstellung des Netzes der Kreuzspinne und den Tütenbau des Trichterwicklers – het oprollen van een blad door bladrollers (Tortricidae/ Attelabidae). In all diesen Fällen fehlt ein aüßerer Zwang, ja selbst eine dem zu erzeugenden Gegenstand entsprechende Anordnung von Merkmalen in der Umwelt, die dem Tier als Wegzeiger für die Bautätigkeit dienen könnte. Toch moet deze gestructureerde activiteit van de Gebrauchsgegenstände volgen uit het bouwplan. Hoe kan het eenvoudige samenstel van het dier – Wirknetz, bouwplan plus eenvoudige prestaties – een zo ingewikkeld mechanisme dragen?

Een meer geavanceerd ontwerp is het buisvormige nest, waarbij de ingang aan het eind van een soort gangetje is. Zo’n nest, bevestigd aan een dunne twijg, maakt het rovers vrijwel onmogelijk binnen te dringen. Het construeren van zo’n bouwsel is echter wel ingewikkeld en tijdrovend. Het materiaal waarui het wordt opgetrokken, moet met grote behendigheid van bek en poten op zijn plaats worden gebracht. Vooral de wevervogels hebben zich hierin gespecialiseerd. De mannetjes van deze soort beginnen hun omvangrijke klus met het verzamelen van lange repen gras. Ze nemen een grasje in de snavel en trekken het fel en krachtig omhoog. De taaiste grassen wikkelen ze om de vork van een twijg. Als ze zo een aantal sprieten hebben verzameld, hangen de uiteinden in twee afzonderlijke bosjes omlaag. Deze worden tot een cirkel samengebracht en vormen de basis van het nest. De cirkel wordt steeds verder uitgebouwd met nieuwe grassprieten, waarbij de vogel zich uitrekt zover hij kan. Zo ontstaat de koepelvorm. Hij hecht het gras op drie manieren aan elkaar: knopend, vlechtend en wevend. Knopen maakt hij door het gras met een of beide poten vast te houdenen er dan met zijn snavel al trekkend en duwend mee te gaan wurmen. Hij kan schuifknopen maken, en overhandse en halve steken. Vlechten doet hij met zijn snavel. Hij werkt een grasspriet op en neer, zoals de mens naait, en verstevigt zijn werk met lussen. Zijn weefwerk lijkt op dat van iemand die een tenen mand vlecht: hij weeft sprieten door de rand van zijn nest en maakt het op die manier steviger.

Morris, 1990

Het bouwplan is op zichzelf een immateriële factor, maar het gaat op in het Wirknetz, waarvan de werking als geheel mechanisch kan worden verklaard. Een ingewikkelde actie als het maken van een spinnenweb volgt niet uit het Wirknetz en het daaronderliggende Bauplan. Hier grijpt Von Uexküll terug op zijn voorbeeld van de huizenbouw: het bouwplan manifesteert zich dan niet in het materiaal dat bij aanvang aanwezig is, maar in de opvolging in de tijd waarin het bouwmateriaal wordt aangebracht en openingen voor ramen worden uitgespaard bij het optrekken van het metselwerk. De bouw van een spinnenweb hoeft, als je de vergelijking vasthoudt, niet te worden herleid tot de werking van het Wirknetz.

Kijk je nu naar de fysiologie, dan wordt het wel heel lastig om voor deze ingewikkelde handeling een mechanische verklaring te geven. Een psychologische verklaring zou volgens Von Uexküll zijn: wir hätten mit einem angeborenen Gedächtnis der Tiere zu tun – iets immaterieels. De biologie verbindt fysiologie en psychologie door te spreken van een impulsvolgorde, die in das Wirknetz eingreift und hier einen zwar bestimmten, aber nicht nur überdauernden Wegebau von Erregungsbahnen veranlaßt, der den jeweils erforderlichen Mechanismus für den gerade in Aktion tretenden Teil der Bauhandlung darstellt. Vervolgens zou je deze impulsvolgorde die inwerkt op het Wirknetz weer als puur mechanisch kunnen beschouwen; de flexibiliteit van het dier om het product (nest, web, gerold blad) specifiek aan te passen aan de situatie berust dan weer op de input van de zintuigen. Von Uexküll is op zoek naar datgene wat biologisch is, in onderscheid van fysiologie en psychologie. De flexibiliteit bij het uitvoeren van de ingewikkelde prestatie brengt hem nu te spreken over plastische Leistungen en plastische Maschinen.

Bij dit bericht zag ik kans om een plaatje te produceren. Een cirkel geeft een geheel aan waarvan de werking mechanisch verklaard kan worden, zoals het Wirknetz werkt: als je aan de ene kant van de buis een knikker toevoegt, rolt hij er aan de andere kant weer uit. Dat Wirknetz zelf is samengesteld uit een mechanische factor en een immateriële factor (Bauplan), weergegeven met een rechthoek. Elk geheel is weer ingevoegd in een groter geheel, waarbij de immateriële factor structureert. Elk geheel is mechanisch in zijn werking.

<< de Moderne Synthese (2) | Ivan Petrovich Pavlov – bedingte Reflexe >>

4 reacties

  1. […] << Vitalisme (2) | Von Uexkull (12) het zenuwstelsel >> […]

  2. […] << Von Uexküll (12) het zenuwstelsel | >> […]

  3. […] een bericht, van informatie. Maar het versturen van het bericht verloopt, zoals alles, mechanisch. Het immateriële lost op in het mechanische, zoals Von Uexküll liet zien.  Voor Williams stopt de zoektocht in de hersenen, die we onvoldoende […]

  4. […] Over Von Uexkülls Rezeptoren en Effektoren: Ons cognitief systeem wordt vaak onderverdeeld in twee componenten. De ene component heeft alles te maken met onze zintuigen, of anders gezegd onze sensoren, en daarom wordt deze component de ‘sensoriek’ genoemd. Die afdeling regelt van alles als het gaat om binnenkomende informatie. De andere kant van de zaak wordt soms een beetje vergeten, maar is minstens zo belangrijk. Deze component wordt de motoriek genoemd, en gaat over alle vormen van actie, oftewel handelingen, oftewel: het bewegen van je spieren in allerlei ingewikkelde combinaties (hoeveel verschillende spieren moet je al niet in de juiste volgorde gebruiken om Vader Jacob op de piano te spelen?). Of we nu rennen, zitten, een boek lezen, of zomaar wat om ons heen kijken: voortdurend zijn er allerlei spierbewegingen nodig. Het is niet zo simpel om dat allemaal te coördineren, gelet op het feit dat we meer dan 600 verschillende spieren tot onze beschikking hebben! Op deze blog bespreek ik wat Von Uexküll daar meer in detail over zegt vanaf dit bericht. […]

Plaats een reactie